blogspot visitor

18 oktober 2015

Wit privilege

Rond het concept white privilege springt een overeenkomst met de vrouwenemancipatie in het oog. Het adagium dat de man moet veranderen om de vrouw gelijkwaardig te maken. Dit draait vooral om mentaliteit[1]. Benadrukkers van wit privilege spreken dan ook vaak over bewustwording[2].
Op een fundamenteel niveau speelt de tegenstelling tussen behavioristen, die menen dat gedrag wordt gestuurd door externe prikkels, zoals beloningsstructuren - nooit vice versa[3] -, en mentalisten of zelfs spirituelen, die hameren op de autonome geest en haar of zijn keuzevrijheid en morele plicht het goede te kiezen - als mogelijkheidsvoorwaarde voor gedrags- en maatschappijverandering.
Filosoof Hans Achterhuis laat in zijn pièce de résistance De erfenis van de utopie (1998) gedetailleerd zien dat - paradoxaal - utopisten die een groot punt maken van 'de juiste denkbeelden' engere praktijken verzinnen dan utopische gedragsingenieurs. De dwarse denker John McWhorter is niet de enige die vilein wijst op de "religieuze" tint van menige aanklacht tegen wit privilege.
Mij lijkt een middenpositie in de rede te liggen: pragmatisch werken aan structuurverandering en bewustwording[4], zonder hoe dan ook of gehaast bewustwording te eisen. Wie dat laatste wel doet, krijgt te maken met averechtse effecten: het gaat white power in de kaart spelen[5]. Maar fanatieke activisten minachten pragmatisme en middenposities; zij leven van het conflict.

Terzijde: je hebt het privilege van een puik IQ, fijne of rijke ouders, schoonheid, gezondheid, een bloeiende regio enzovoort. Dat relativeert wit privilege - en gelukkig maar. Ook al is er natuurlijk het verschil tussen toevallige, individuele, moeilijk te veranderen voorrechten en geïnstitutionaliseerde, collectieve, maakbare.

Een ander vermoeden dat fervente hekelaars van wit privilege of mensen die hartstochtelijk kenbaar maken onder wit privilege te lijden, steevast in mij doen post vatten, is dat zij geobsedeerd zijn door - inderdaad reële en kwalijke - kenmerken van een groepsmentaliteit[6], precies in de mate waarin ze zelf groepsmensen blijven. De kloof tussen gekleurde en witte vrije geesten is - hoop en denk ik - betrekkelijk en onwezenlijk; die tussen vrije geesten (ongeacht kleur) en groepsmensen diep en essentieel[7].
Als wit kind dat er in gevoelige opzichten uit lag op het lagere schoolplein en omstreken, herken ik akelig veel in de tweetstorm die schrijver Abdelkader Benali gisteravond over wit privilege van het hart moest. Mocht dit hout snijden, dan zou het enige troost kunnen bieden. Maar ik ben bang dat deze zienswijze[8] door de hameraars op wit privilege als een ernstig symptoom zal worden uitgelegd.
En bij nader inzien is ook die troost betrekkelijk: tussen individuele vrije geesten openen zich ravijnen. Zij zijn alleen, maar niet eenzaam - in een ware zin van dit cliché.

Illustratie via apris1992.tumblr.com

Noten (bijgewerkt en uitgebreid op 19 oktober)

[1] Deze tekst had ik vandaag bijna verwijderd, omdat hij zeker bij nadere beschouwing nogal pijnlijk inconsistent is of lijkt. Ik laat hem staan, omdat er mogelijk toch een paar interessante vermoedens aan ten grondslag liggen. De genereuze lezer neme ook kennis van de noten onder dit essay in de kiem (het is niet meer en niet minder), waarin ik een en ander wat meer probeer op te helderen.

[2] Toegevoegd 7 november: zoals vandaag Abdelkader Benali: "Op het moment dat in de strijd tegen #whiteprivilege een sfeer van wantrouwen komt, leidt dat af van waar het om begon: bewustwording."


[3] Ter voorkoming van een saaie uitweiding, is dit te kort door de bocht geformuleerd. Nauwkeuriger gezegd stellen behavioristen dat externe prikkels, structuren en dergelijke nooit door autonoom handelen tot stand komen. Het zou vrij onzinnig zijn te ontkennen dat bijvoorbeeld termieten door hun gedrag een omgeving van externe prikkels scheppen (de heuvel met zijn labyrint), die op haar beurt hun gedrag reguleert; of te ontkennen dat het gedrag van een mier mede wordt gestuurd door gedragingen van andere mieren die fungeren als externe prikkels voor de mier in kwestie. Wie dat wel doet, zou afzien van het bestaan van 'actoren' en alleen gedetermineerde processen in een 'veld' voor werkelijk houden, met andere woorden een soort fysicalisme bedrijven.

[4] Doorgeredeneerd: wellicht zal het bewustzijn van wit privilege zich voordoen naarmate de structuren die het schragen (al) worden ontmanteld. Dit is uiteraard een complex proces. Zo vormen bijvoorbeeld de hierboven genoemde publicaties van Benali en Ten Broeke voor een bescheiden publiek een externe prikkel - een (vooralsnog) lokale of tijdelijke structuurverandering van het maatschappelijk vertoog - die een kleinschalige bewustwording zowel teweegbrengt als representeert.
Op de keper beschouwd is de bekende tegenstelling tussen behavioristen en mentalisten wellicht slechts een schijnbare, omdat denken als een vorm van gedrag kan worden gezien en elke gedraging een aspect van mogelijk bewustzijn en dus potentiële vrijheid of autonomie heeft. Mensen zijn meesters in het zelfbedrog: geconditioneerd gedrag of denken houden ze gemakkelijk voor ultiem vrije expressie; omgekeerd bestempelen ze gedachten of handelingen die pijnlijk, beschamend of immoreel zijn, met hetzelfde gemak als (eventueel psychologisch verklaarbaar) 'verkeerd aangeleerd' gedrag of als opwellingen in een staat van ontoerekeningsvatbaarheid. Deze ingewikkelde materie laat ik hier verder rusten.

En een bekentenis: de suggestie dat (de meeste) aanklagers van wit privilege gefocust zijn op mentaliteit en dus te weinig op gedrag en maatschappijstructuren, is een beetje een stroman: een overdrijving om het grote belang dat wel degelijk veel van hen - althans zo komt het op mij over en zie ook de strekking van veel cartoons en dergelijke over het thema - hechten aan het aspect mentaliteit en bewustwording, in de schijnwerper te zetten.

[5] Toegevoegd 24 oktober: Een extreem rechtse Amerikaan tweet over een actie tegen white privilege het volgende: "SJWs [social justice warriors; K] are too stupid to realize that this helps the Alt Right [Alternative Right, een beweging geïnitieerd door de racistische activist Richard Spencer; K]. We grow stronger with every anti White sign they post." Het gaat om een bord met een bewakingscamera erop afgebeeld, met de tekst: "White guilt is complacency" (witte schuld is medeplichtigheid), geplaatst langs 14th Street in New York door de Ghana Think Tank tijdens een festival in mei dit jaar, bij wijze van "guerilla-style" actie, berichtte PBS (Public Broadcasting Service) vorige maand (zie ook hier). De genoemde leuze werd gebruikt in de "Black Lives Matter"-campagne naar aanleiding van racistisch politiegeweld. De borden waren bedoeld als "erkenning van het aandeel van het publiek in systemen van ongelijkheid", aldus een woordvoerder. 
[h/t @Yilmazbiter97]
Foto: Christopher Robbins

[6] Bij een kritische lezing lijkt mijn kleine betoog pijnlijk inconsistent minstens op het volgende punt. In zoverre wit privilege (mede) een groepsmentaliteit is, komt het begrip mentaliteit en het verschil met gedrag op losse schroeven te staan: de kern van de mentaliteit die samenhangt met wit privilege betreft immers gedrag of althans onbewust handelen en het onbewust genieten van voorrechten[#]. Zie in verband hiermee ook de tweede alinea van de noot[4] hierboven. Verder behelst wit privilege voor een belangrijk deel 'materiële' structuren, zoals samenstellingen van personeelsbestanden; hier overlapt het met "institutioneel racisme". Wel zijn die structuren en 'institutionalisering' veelal de pendant van de onderhavige groepsmentaliteit dan wel het groepsgedrag.
Een ander bezwaar dat men kan maken is, ongeacht mogelijke weerzin tegen groepsprocessen en 'groepsmensen': wat is er negatief aan als een onwenselijke groepsmentaliteit (of dus zo je wilt groepsgedrag) wordt getransformeerd in een wenselijke? Waarom zou er niet iets kunnen bestaan als een groepsmentaliteit die op zijn minst verre verkieslijk is boven die welke samenhangt met wit privilege? Op het eerste gezicht is dit een verpletterende tegenwerping. Maar... zowel in de literatuur als het volle leven duikt steeds weer het motief op van de hypocrisie (en begeleidend moralisme, al snel ontaardend in vormen van 'inquisitie'), die juist groepen die menen het goede te doen, in zijn greep krijgt. Denk aan de mogelijke kern van waarheid in het scheldwoord 'gutmenschen', gebruikt door de tegenstanders van politieke correctheid - die trouwens zelf met name op internet een nog ergere gedachtenpolitie beginnen te vormen. Denk aan de genoemde observatie van Hans Achterhuis:
utopisten die een groot punt maken van 'de juiste denkbeelden' hebben engere praktijken verzonnen dan utopische gedragsingenieurs. Denk aan deze opmerking van John McWhorter:
"However, I firmly believe that improving the black condition does not require changing human nature, which may always contain some tribalist taints of racism."
En als hiermee verband houdend facet, zijn provocerende duiding:
"In a society where racism is treated as morally equivalent to pedophilia, what whites are seeking is the sweet relief of moral absolution. Inside they are pleading, 'Please don't hate me!' And I wouldn’t be surprised if there is an accompanying feeling of purification (redemption, even) that comes with such consultant-given absolution." 
Het fenomeen dat McWhorter opvoert als opening van zijn stuk, "students are compelled to have 'White Privilege 101' classes", heeft aardig wat weg van de utopische groepspraktijken die Achterhuis belicht en waar hij voor terugdeinst.
[#] Toegevoegd oktober 2016: vaak genoeg trouwens is het juist wel zeer moedwillig, bewust racisme, zoals in de zogenaamde alt-right-beweging in Amerika en onder de Identitairen en Nieuw (Extreem-)Rechts in Europa. In die kringen 'viert' men wit privilege op een agressieve manier.
[7] Asha ten Broeke was zo vriendelijk me de volgende vraag te tweeten: "Waarop baseer je de gedachte dat mensen of groepsmensen zijn, of vrije geesten? (Ik heb tijdens de studie psychologie altijd begrepen dat deze zaken in elke persoon verenigbaar en contextafhankelijk zijn.)"
Vooropgesteld dat mijn stukje meer draait om intuïtie dan om de pretentie van wetenschappelijkheid: ik voer deze polen op bij wijze van prikkelende (ietwat polemisch bedoelde) tegenstelling, een schematische vereenvoudiging om een op zichzelf complexer punt te kunnen maken zonder een lang betoog te houden. Natuurlijk is ook een 'vrije geest' op het praktische vlak regelmatig een 'groepsmens'. Wel gaat het dan veelal om tijdelijke, wisselende groepen (gelegenheidscoalities, ad hoc samenwerkingsverbanden), in tegenstelling tot naar het tribale en/of eng-familiale neigende collectieven die ik op dit praktische vlak met 'groepsmensen' associeer (uiteraard is er een grensgebied: de - als je geluk hebt - enkele zowel 'vrije' als duurzame vriendschappen, liefdesrelaties, familiebetrekkingen et cetera).
Dan nog kan men mij voor de voeten werpen, dat ik eerst pleit voor een pragmatische middenweg tussen behaviorisme en mentalisme, maar tenslotte radicaal afstand lijk te nemen van de groepsmens - dus van zowel groepsmentaliteit als groepsgedrag. Dit is minder tegenstrijdig dan het lijkt: de eerste helft van mijn stukje gaat over hoe op de beste manier iets te verbeteren (en komt mede daarom uit op pragmatiek), de tweede helft is een poging tot aanduiding van principiële hoedanigheden. Wat betreft dat laatste: een andere lezer hield me voor: "
Men is pas vrij als men zijn bindingen herkent en erkent". Dat is inderdaad de klassieke paradoxale opvatting. Vaak wordt er de analogie van het spel bij gehaald: dankzij de regels die je kent en erkent, staat het je vrij (en is het überhaupt mogelijk) het te spelen. Hierbij aanknopend: mijn punt is deels dat dit herkennen en erkennen van bindingen van een geheel andere orde is dan die van 'groepsmentaliteit' of 'groepsgedrag', hoewel er gezamenlijke rituelen kunnen zijn waarin men een en ander uitspreekt. Elke groep - zelfs je familie, gezin of vriendenkring - is contingent; een of meer leden kunnen zich volstrekt van je vervreemden en jij zult vaak genoeg afscheid moeten nemen van mensen wier keuzen je niet meer kunt verenigen met jouw diepste besef van waar het in het leven om gaat. Als vrije geest kan je - een beetje gechargeerd gesteld - dan ook niet trouw zijn aan 'concrete' mensen, laat staan aan één leider of ideologie. (De broederschapseed is de doodsteek bij uitstek voor vrijheid en moraliteit.) Voor zover er sprake is van trouw, gaat dit om trouw aan het voornoemde diepste besef - een religieus mens zal wellicht zeggen: aan God; wie niet gelooft stelt mogelijk (over)moedig: aan de liefde, of nog driester: aan jezelf. Onder meer in die zin geloof ik echt dat op een fundamenteel, zeg 'metafysisch' niveau de vrije geest alleen is (geen groepsmens), maar niet eenzaam. Voor wie gelooft in God is 'niet eenzaam' vanzelfsprekend. Voor wie dat niet doet: ik probeer onbeholpen te wijzen naar een ongrijpbaar besef van verbondenheid door in elkaar herkende wezenlijke beginselen of uitgangspunten - maar kan dit verder niet onder woorden brengen.

[8] Graag wil ik benadrukken dat ik weliswaar een betekenisvolle overeenkomst zie, maar de zaken niet over één kam wens te scheren. Een van de belangrijke verschillen tussen de beleving van een wit kind dat 'eruit ligt' en die van een gekleurd kind met wie 'anders' wordt omgegaan, lijkt me dat het zicht van het laatste kind op de oorzaken van de 'afkeer' of juist vreemde aandacht van de anderen zeer wordt bemoeilijkt: wat hangt samen met mijn - wellicht deels of geheel zelf verkozen - eigenheid annex afwijkendheid en wat is domweg een reactie op mijn anders gekleurde huid? Dit lijkt mij een complicerende factor bij de vorming van je identiteit.

Zie verder (deels later toegevoegd):

White Privilege: Unpacking the Invisible Knapsack
Door Peggy MacIntosh, uit de bundel "White Privilege and Male Privilege: A Personal Account of Coming To See Correspondences through Work in Women’s Studies", 1988

Nu pas zie ik mijn privileges als wit mens
Door Asha ten Broeke, Volkskrant, 17 oktober 2015

The Privilege of Checking White Privilege
Door John McWhorter, The Daily Beast, 15 maart 2015

The Left's Attack on Color-Blindness Goes Too Far
Door Conor Friedersdorf, The Atlantic, 4 september 2015

Encouraging a focus on white identity is a dangerous approach for a country in which white supremacy has been a toxic force.
[h/t @hassanbahara]

Tweetstorm over #whiteprivilege
Door Abdelkader Benali, 17 oktober 2014

Waar kan ik mijn witte privilege opeisen?
[alert]Polemiek![/alert]
Door Peter Breedveld, Frontaal Naakt, 30 december 2014

Wit privilege
Door Tofik Dibi, 30 november 2014

Why do we talk of "white privilege" and not "racism"?
Door Tobin Grant, Religion News Service, 5 december 2014

Watch white people cry about white privilege in a new MTV documentary "White People"
Door Golin Gorenstein, Salon, 8 juli 2015

How Useful is Privilege Talk?
Door Isaac Butler, Perception Institute, 9 novmeber 2015

[...] Often, people hear "privilege" not as an observation, but as an accusation designed to dismiss their point of view without considering it. This provokes all kinds of defensive reactions."

[...] [Our Director of Research Rachel D. Godsil] recommends instead that people focus on what Patricia Devine calls "Breaking the Prejudice Habit." [...] because it gets us to focus less on ourselves and more on the other [...]:
"Recognizing that we often carry these stereotypical associations about people of other groups and think[ing] about how our actions might reflect those. An example might be, a white woman who inadvertently or sort of without even realizing it holds her purse tighter or flinches when an African American man walks by her, to realize that we are doing that… Instead of checking your privilege, check your behavior and then doing the work of identifying counter stereotypic images and ideas and people, hopefully from the world that you live in but not necessarily, a lot of whites continue to live in fairly homogenous environments, so you might need to reach beyond your immediate environment."

The End of an Era … for White Males
Door David Rothkopf, Foreign Policy, 25 januari 2016

As demographics change, so does the definition of privilege.

Admitting that white privilege helps you is really just congratulating yourself
Door Frederik de Boer, The Washington Post, 28 januari 2016

On the Internet, white people have taken to acknowledging their own white privilege, and thus their own complicity in white supremacy. This behavior is undertaken, with eminent sincerity, in an effort to confront the abundant racial inequality in contemporary America. But like so much else in our society, the practice has ultimately worked not to undermine structural racism — the putative aim — but merely to deepen the self-regard of the educated white elite.

3 opmerkingen:

  1. Anoniem12:47

    Waarom problemartiseer je je eien witte hetero cis male babyboomer privilige niet? Zonder dat is dit het afpaken van de zwartw strijd.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ik heb niet de behoefte iets te 'problematiseren' zonder dat dit zin heeft. In zoverre ik in een - gemiddeld / statistisch - relatief voordelige positie zit vanwege mijn afkomst, kan ik daar niks aan veranderen. Ja, natuurlijk zou ik bijvoorbeeld naar een postcodegebied kunnen verhuizen waar de bewoners overwegend niet wit zijn - maar wie schiet daar wat mee op?

    Wat ik natuurlijk wel kan doen, is me op mijn manier inzetten tegen discriminatie (op grond van 'ras', sekse enz.) En op politieke partijen stemmen die artikel 1 van de grondwet veel meer waar willen maken.
    En dat doe ik ook, naar vermogen.

    PS Probeer alsjeblieft niet zoveel fouten te maken in één zin - dat is van een achteloosheid die grenst aan onbeleefdheid.

    BeantwoordenVerwijderen