blogspot visitor

19 februari 2012

Kamer wil opheldering over 'geloof boven wet'

Trouw, 18 februari 2012

We moeten eerst afwachten of de kantonrechter het laatste echt heeft uitgesproken[#]. Dat zou absurd zijn en - zoals Tofik Dibi van Groenlinks stelt - 'de omgekeerde wereld'. Volgens hem behoort iedere godsdienst begrensd te worden door de wet en niet vice versa. Daar heeft hij in hoofdlijnen groot gelijk in, al moet je ook weer niet vervallen in het soort legalisme dat geen enkele rekening meer houdt met specifieke omstandigheden.

Het kan zijn dat de troebele geest van Piet Hein Donner - die eertijds voor opschudding zorgde met zijn uitspraak dat de sharia moet worden ingevoerd, als twee derde van de een volk dat zou willen, waarmee hij blijk gaf van een dubbeltjesplatte opvatting van de democratische rechtsstaat als 'recht van de (gekwalificeerde) meerderheid'[*] - hier opnieuw de kop op steekt[#]. Het blijkt namelijk dat Donner als minister, bij de invoering van de algemene identificatieplicht, al heeft gezinspeeld op uitzonderingen voor orthodoxe joden, (kennelijk) zonder fatsoenlijke juridische uitwerking en afgeronde politieke discussie. Op een vraag van - natuurlijk - SGP'er Van der Staaij antwoordde Donner in de Tweede Kamer destijds: 'Ik heb ook gewezen op het probleem van orthodoxe joden. Door hen wordt het dragen van een identiteitsbewijs beschouwd als het verrichten van werkzaamheden in strijd met het sabbatsverbod. In de uitvoeringspraktijk zal daarmee vermoedelijk rekening gehouden moeten worden. Het zal dan wel heel duidelijk moeten zijn dat men met orthodoxe joden te maken heeft, want anders vrees ik dat er op zaterdag niet meer te handhaven valt. In de praktijk moet je afwachten hoe dat werkt. Ik ben mij ervan bewust dat er problemen zijn.'
In de publicatie van de wet in het Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden, met Donners handtekening eronder, staat echter geen woord over speciaal beleid ten aanzien van streng gelovige joden of welke minderheid dan ook.
[#] Toevoeging 20 februari: Dit blijkt helaas inderdaad het geval te zijn of daar althans op neer te komen, meldt De Rechtspraak. Het gemodder van Donner in de Kamer is aangevoerd als argument ter zitting. De rechter vond verder van belang dat de man had voorgesteld zijn rijbewijs op te halen in zijn huis om zo zijn identiteit vast te stellen, wat ook is gebeurd. Hier ligt waarschijnlijk ook een redelijke grond voor een verschil met de boerka: de draagster daarvan zal niet 'even naar willen huis gaan om hem uit te trekken'.
Groepen moslims zullen nu aldus redeneren. Als voor joodse religieuzen een uitzondering kan worden gemaakt op de regel die geldt met betrekking tot het dragen van een ID-bewijs, waarom dan niet voor orthodoxe moslims die een nikaab (of boerka) willen dragen een uitzondering maken op de regel betreffende het dragen van kleding of artikelen die het gezicht geheel bedekken?
Ik wil niet suggereren dat dit inderdaad een kwestie is van 'gelijke monniken, gelijke kappen'. Maar als er een verschil bestaat, zou dit op z'n minst uitermate helder moeten zijn besproken en in teksten neergelegd, zowel door juristen als in de politiek; en zou zich een duidelijke consensus onder zowel deskundigen als parlementariërs hebben moeten aftekenen over een redelijke en billijke grond voor zo'n eventueel verschil. Dat dit niet is gebeurd, is een fout van formaat op de bestuurlijke kerfstok van de huidige voorzitter van de Raad van State, eigenlijk zelfs een blamerende blunder.

In dit geval is het evident volstrekt onredelijk en geenszins te billijken waarom een joodse religieuze man niet gewoon gehouden kan worden aan de identificatieplicht, die voor allen in dit land geldt. Dat men het binnen zijn subcultuur als 'werk' beschouwt de kaart op de sabbat bij zich te hebben, is lachwekkend. Er is geen zinnig argument te geven, om het dragen van enkele grammen papier en plastic als 'werk' te beschouwen; eerder is het 'werk' om de kaart speciaal voor de sabbat uit de portefeuille te halen (het valt te hopen dat vergeetachtige joden van deze stroming dat niet soms op de sabbat zelf doen: foei! - al is het natuurlijk wel een duivels dilemma, want als je het nu toch eenmaal vergeten bent: wat is dan 'meer werk': het vervolgens in arren moede de hele sabbat blijven dragen van het vederlichte document, of heel even de armspieren gebruiken om'm uit de jas te halen.)
Later toegevoegd: overigens, ook als het wel om 'opgelegde arbeid' zou zijn gegaan, was daarmee niet automatisch het pleit beslecht in de richting van het behoren te maken van een uitzondering op de wet. Het kan namelijk niet zo zijn dat normen en waarden van subculturen inhoudelijk, materieel, in de rechtbank net zo serieus worden genomen als de wet zelf en haar onderbouwing. Wel mag wellicht in uitzonderlijke gevallen - waarbij Snel (zie hieronder) het formele criterium oppert: als het gaat om een diepgewortelde morele praxis waar de betrokkene deel van uitmaakt - worden gewogen of een afwijking van de letter van de wet kan worden toegestaan, mits dit redelijk is en in de geest van de wet blijft. [einde toevoeging]

De historicus Jan Dirk Snel pleit vandaag voor het met wijsheid en flexibiliteit toepassen van het recht, waarbij juist het rekening houden met verschillen tussen mensen waarborgt dat je iedereen gelijkelijk tot zijn of haar recht laat komen. Dit is een paradox, wat er op kan wijzen dat deze formule een diep inzicht reflecteert. Wijsheid is in het recht inderdaad net zo belangrijk als waarheid en rechtlijnigheid. Snel stelt voor vonnissen 'op maat' wel als noodzakelijk voorwaarde, dat de burger in kwestie een 'diepgewortelde levensovertuiging' in een 'morele praxis' bezit. En dat de eventuele afwijking of uitzondering redelijk moet zijn - dit wordt in zijn betoog echter slechts terloops gesteld, en dat het vonnis in de geest van de wet moet zijn, veronachtzaamt Snel zelfs helemaal.
Er zit natuurlijk een hele schaal tussen 'volstrekt rigide toepassen' en 'maximaal rekening houden met verzachtende omstandigheden of diep gewortelde levensovertuigingen'. Teveel opschuiven naar het laatste, leidt tot een 'multiculti'-chaos van subculturen, waartussen in onze steeds meer urbane en daarom dichtbevolkte maatschappijen explosieve fricties zullen ontstaan, wat paradoxaal genoeg juist weer leidt tot een klimaat waarin 'verschillen' niet meer worden getolereerd, al is het maar 'op straat', en in toenemende mate met geweld beantwoord. Met als politiek gevolg onvermijdelijk populisme en een doorschieten naar rigide en hardvochtige rechtspleging - precies wat de flexibele rechtspraak wilde vermijden (ook dit is een mogelijke manifestatie van bovengenoemde paradox).
Ook lijkt Snel te weinig oog te hebben voor universele morele beginselen, die zeker sinds de publicatie The Concept of Law (1961) van Herbert Lionel Adolphus Hart, als een 'minimaal natuurrecht', zelfs binnen het rechtspositivisme zijn bepleit; en waar sowieso argumenten voor zijn aan te voeren (al worden die getroffen door dezelfde moeilijkheden als het idee van waarheid als 'evidentie' en dreigt het gevaar dat moralisten en gelovigen - soms letterlijk de aanhangers van godsdiensten - desnoods volstrekt blind en agressief blijven vasthouden aan dogmatisch 'evident' of 'geopenbaard' geachte ethische principes).
De speelruimte voor de rechter om uitzonderingen te maken, moet dus heel beperkt blijven om willekeur of chaos te voorkomen. Hetzelfde geldt a fortiori op collectief niveau voor de wetgever, die bij teveel coulance voor subculturen en hun particuliere wensen inzake rechtspleging, het ernstige gevaar loopt mensen, met name kinderen, opgesloten te laten zitten in de normen en waarden van hun subcultuur; waardoor zij universele rechten, zoals niet-schending van je lichamelijk integriteit, gelijke kansen, bewegingsvrijheid en de vrijheid zelf te bepalen wat je zegt, met wie je omgaat enzovoorts, mislopen - hetgeen immoreel is vanuit een 'algemeen menselijk' standpunt gezien. Denk aan de sharia-rechtspraak in Engeland. Gelukkig heeft een brede politieke meerderheid, in de parlementaire commissie voor Justitie, zich in 2009 helder uitgesproken tegen enige vorm van sharia-rechtspraak in Nederland; alleen - opmerkelijk - Tofik Dibi van Groenlinks wilde daartoe de deur op een kier houden. Dit heeft inmiddels, op 1 februari 2012, geleid tot een motie van de PVV waarin de regering wordt verzocht de toepassing van de sharia in Nederland wettelijk onmogelijk te maken. Voor een keer ben ik het met de PVV eens. Benieuwd hoe dit gaat aflopen.

Wie niet gelooft in zogezegd een algemeen menselijk meta-juridisch standpunt, dat concreet bijvoorbeeld heeft geresulteerd in het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (EVRM / ECHR, 1950 en gewijzigd in 2010), in het verlengde van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens door de Verenigde Naties (1948), moet zich echt eens goed achter de oren krabben: het is dan namelijk filosofisch bijna onmogelijk te ontsnappen aan wat bottom line neerkomt op justice is might - wat Plato al aanvoerde als argument voor zijn vorm van natuurrecht.

Zie ook:

Religieuze uitzonderingen? Niet over de man zonder ID-kaart…
Jan Dirk Snel, 19 februari 2012

En de reacties onder het artikel.

Update:

OM in beroep tegen joodse man 'zonder' ID-kaart
ANP / Trouw, 21 februari 2012

Noot

[*] Zoals de wikipedia over 'rechtsfilosofie' terecht opmerkt: 'De kloof tussen rechtspositivisme en natuurrechtsleer is in de westerse cultuur verkleind doordat de huidige westerse rechtsstelsels de vorm hebben aangenomen van de democratische rechtsstaat en een aantal morele waarden hebben gepositiveerd die voordien door moraalfilosofen ontwikkeld waren'. Dit is basiskennis voor rechtenstudenten. Heel mager en dom dus dat een minister van Justitie publiekelijk doodleuk voorbijgaat aan het aspect 'door moraalfilosofen ontwikkelde (kern)waarden' van de democratische rechtsstaat (vergelijk het 'minimale natuurrecht' van Hart).

Illustratie: poster Loesje

Geen opmerkingen:

Een reactie posten