blogspot visitor

31 mei 2011

Lentelicht / Spring Light


© Peter. Click to enlarge the painting; left half, right half.

Detail left half. Click to enlarge.

Detail right half. Click to enlarge.
 
[De titel Lentelicht, de reproducties en de wijze van tonen komen geheel voor mijn rekening en sowieso deze hele blognotitie valt buiten enige betrokkenheid van de kunstenaar; K]

Zie ook:
"Not Dark Yet"
Zwermende boom
Ultramarijn
Citroenen
Hemel / gravure
Zee van niets
Vlugge schets van berkenbast

19 mei 2011

Zee van niets / Sea of Nothingness

Painting Sea of Nothingness
© Peter.
Klik erop voor grotere foto / click to enlarge
Ingelijst / framed: 1 - 2 - detail - detail (bis)


[De reproducties, de wijze van tonen en de bespreking komen geheel voor mijn rekening en sowieso deze hele blognotitie valt buiten enige betrokkenheid van de kunstenaar; K]


Het kleine schilderij (ruim A4-formaat) had net zo goed Overvloed kunnen heten. Het scala[1] aan kleuren dat in de bovenhelft dansend en sprekend ten tonele wordt gevoerd, komt uitgestreken en gedempt terug in de 'zeespiegel' eronder. Het werk is dusdanig pasteus, dan wel veelvoudig gelaagd, dat het een sculpturale of keramische kwaliteit krijgt - en ook iets van een brok erts, barstensvol edelstenen van allerlei soort, samengepakt in zeeën van tijd.

Voor wie slordig kijkt en haastig denkt, is hier het schilderen - en niet voor de eerste keer - 'slechts' teruggebracht tot het meest elementaire, de oerhandelingen van deze vorm van beeldende expressie: kleurpasta's opbrengen, mengen en uitstrijken. Artistiek nihilisme in de zin van: niets willen schilderen, maar - onbegrijpelijk genoeg - toch schilderen. Een rituele rest van het eigenlijke schilderen, die, onvruchtbaar blijvend, geen vorm van betekenis oplevert. Alsof het langdurig stemmen van een muziekinstrument tot een compositie wordt verheven, het palet tot meesterwerk. Dat is toch geen kunst?

Maar wacht, hoe zit het dan met bijvoorbeeld de prepared piano van John Cage?[2] Bovendien: laat de blik eens dwalen langs de details van de flonkerend-beweeglijke, turbulent-stralende ruimte boven het meervoudig ondoorzichtige oppervlak van de zee van niets. Het blijkt een verbazingwekkend, prachtig amalgaam[3] te zijn van bewolkte en doorschenen luchten, bergkammen, golven, planten en bloemen, vogels, vlinders en zoogdieren, zelfs menselijke gestalten, van man met hoed tot zwierige engel.
Een kinderlijke zienswijze? Des te beter!

Het vermoeden rijst, dat zich hier iets toont van de schepping als baaierd[4] van mogelijke wezens en gedaanten, en wel op de wijze van een permanent-onvoltooid ontstaan waarin elk 'ding' een grotendeels toevallige voorlopigheid krijgt en juist in die hoedanigheid op z'n mooist is. Het kleine schilderij mag daarom worden geïnterpreteerd als een wereldse uitdrukking van het woord van Genesis 1:2, maar dan actueel geldig, voor elk moment: 'De geest Gods zweefde over de wateren'. Zee van niets behelst het kristallisatiepunt van waaruit de wereld met zijn talloze vormen tevoorschijn wordt gebracht - of zonder godsdienstige connotatie: 'uit zichzelf tevoorschijn komt'. Het oneindig-volle punt dat, voor wie niet is afgestompt, openbreekt in het heden, het hier en nu als tegenwoordigheid van geest.

Maar de schepping is niet alleen een festijn, een genieten van bonte indrukken en rijk geschakeerde gewaarwordingen. De wateren van het eeuwigdurende creatie-ogenblik hebben ook een troebel aspect. De wereld, zeker de mensenwereld, is zowel een vreugde als een val. De duistere kant is misschien wel onovertroffen verbeeld in de schilderijen van Jeroen Bosch en Pieter Bruegel de Oude, zoals De val der opstandige engelen (1562), waarvan hieronder een gedeelte is te zien. Omdat een beeld nu eenmaal meer zegt dan duizend woorden, heb ik erboven een stuk van Zee van niets uitgelicht.





Noten

[1] De Van Dale geeft voor 'scala': 1. toonladder; 2. reeks van opeenvolgende graden, soorten, variaties enzovoorts; 3. reeks, serie, gamma; 4. naam van enkele met vocht gevulde spiraalvormige ruimten in het vliezige slakkenhuis [van het oor]'.

[2] Beter: denk aan het prepareren van de piano. Cage heeft over dit instrument gezegd: 'With just one musician, you can really do an unlimited number of things on the inside of the piano if you have at your disposal an exploded keyboard' [cursiveringen door mij; K].
De gedachten gaan ook uit naar de - vanuit het veld van de klassieke muziek begonnen - experimenten met elektronische muziek door bijvoorbeeld Edgard Varèse en Steve Reich, zeg maar met 'klank puur als klank' (en ritme); en naar hedendaagse musici als Sachiko Matsubara (die werkt met de interne testtonen van de sampler, een sampleloze sampler als het ware) en Toshimaru Nakamura (die een mengpaneel bedient waarvan de output met de input verbonden is). Deze analogieën gaan natuurlijk slechts deels op.

[3] 'Amalgaam' betekent volgens de Van Dale: 1. legering van kwikzilver met een ander metaal; 2. oplossing van een metaal in kwik; 3. (figuurlijk) mengsel van ongelijksoortige bestanddelen
, synoniem met 'mengelmoes'.
Kwikzilver is zoals bekend een belangrijk begrip in de alchemie.

[4] 'Baaierd' gaat mogelijk terug op onder meer het Franse werkwoord bayer: 'geopend zijn', met wie weet als bijbetekenis 'herbergen' via bayart: 'herberg' - een vaak relatief chaotisch 'passantenhuis' of beyert, wat overigens tevens 'ziekenzaal' betekende en misschien eveneens in verband staat met 'baaierd'. Of het Engelse sick bay, de ziekenboeg van een schip, eenzelfde herkomst heeft, weet ik niet. Het Friese woord
beierboel betekent 'rommelboel', 'wanordelijke boel', wat doet denken aan 'rommelmarkt' en eBay.
Het woord kwam waarschijnlijk mede bij mij op vanwege het er letterlijk in besloten liggende 'baai' en bleek, toen ik na het voltooien van mijn tekst de Van Dale erop nasloeg, des te meer van toepassing vanwege de mij frapperende eerste betekenis: 'de ongevormde elementen waaruit naar het boek Genesis de aarde is geschapen', synoniem met 'chaos'; en eveneens vanwege de tweede: 'warreling, warboel, verwarring' - de laatstgenoemde betekenis dus neigend naar '(geestes)vertroebeling', wat ook eventuele visioenen van ijlende zieken in beeld brengt, om maar niet te spreken van die van de Joodse profeten en de Middeleeuwse meester-schilders.


Zie ook:
"Not Dark Yet"
Zwermende boom
Ultramarijn
Citroenen
Hemel / gravure
Lentelicht
Vlugge schets van berkenbast
Openbaring en illusie

En mijn blog:
Het zijn en het niets, vorm en leegte

14 mei 2011

Waankosmogonie in een notendop

Ingrediënten van een mogelijke 'art-brut'-kosmogonie aan de hand van eerdere vrije associaties op deze blog (zie de links hieronder), die ik wel nooit 'systematisch' zal proberen vorm te geven, er zijn immers al talloze esoterische baksels waar nog geen hond aan snuffelt:

- Pythagoras in verband gebracht met de cultus van de mythische Orpheus, verhouding wiskunde en wereld, menselijk leven begint met vermenging van mannelijke en vrouwelijke vloeistoffen

- Solmisatie (elfde eeuw), hymne aan Johannes de Doper als bron van de eerste notenbenaming

- Leonardo, onderzoek naar indeling octaaf, 'ziel gecomponeerd uit harmonie', zelfportret als Johannes de Doper

- snaartheorie, Mulisch, muziek, Pythagoras, compositie van de wereld, de vrouw, octaaf en oer-eureka, evidentie (feit-uitspraak) - ruimte van het volledig leven (Lucebert), Weltinnenraum (Rilke)

- incarnatie, avatar, icoon, εικών, afbeelding, ei, ik

- Orpheus en Johannes de Doper beiden onthoofd

- Maarten 't Hart: het lied van het levende standbeeld in Don Giovanni draait om louter op en neergaande toonladders; wat een tijdgenoot van Mozart in de pen gaf: 'Mozart lijkt de taal van de geesten van Shakespeare te hebben afgekeken'

- speculaties over do - dao - dheu, dher - dharma - ṛta (Pirsig) - αλήθεια (Heidegger) - gankyil en rolpa (Tibetaans boeddhisme)

- orkest, ορχήστρα, koor van zingende en wenende vrouwen in Oudgrieks drama, plaats waar betekenis wordt gedanst en beseft; Mulisch over masker en horizon in de beweging van het octaaf

- Peter Sloterdijk over de placenta en Euridice, verlangen naar terugkeer tot de prenatale harmonie met de moeder, de zanger als in vervoering brenger van de mens, 'het stadium van de sirenen, de eerste sonosferische resonantie'; 'Wat we in de taal van onheuglijke tradities "ziel" noemen, is in zijn gevoeligste centrum een resonantiesysteem dat in de audiovocale gemeenschap van de prenatale moeder-kindsfeer tot ontwikkeling komt'

- gehoor, ruimte en oorsprong, akasha, ether, zijn en niets, ontstaan uit het niets, het primaire 'iets onderscheiden'

Naast de fantasmagorische oorsprongstheorieën is er natuurlijk het genre van de 'futurosofie', zoals à la Hegel, Teilhard de Chardin, Harry Mulisch, Ray Kurzweil, Donna Haraway en Science Fiction - zie mijn irrationele aanzet tot een synthese aan de hand van Metamorfose van Narcissus van Salvador Dalí.

Illustratie in verband met art brut:
schilderij van Adolf Wölfli, klik erop voor grotere versie;
bron wikipedia

13 mei 2011

Vlugge schets van berkenbast

Een bevriende schilder stuurde me vandaag wat hij een 'vlugge schets' noemde, alleen in verf, zonder lijntekening - naar aanleiding van een foto die ik had gemaakt van berkenbast (onderaan), uit een kleine serie van andere boomschorsbeelden.
Ik vind het prachtig getroffen.

© Peter. Klik op de plaatjes voor grotere versies.

[
De reproductie en de wijze van tonen komen geheel voor mijn rekening en sowieso deze hele blognotitie valt buiten enige betrokkenheid van de kunstenaar; K]

© K

Update: nieuwe serie hier - klik op 'Older' om door te bladeren.

Zie ook:
"Not Dark Yet"
Het palet van boomschors
Zwermende boom
Ultramarijn
Citroenen
Hemel / gravure
Lentelicht
Zee van niets
Openbaring en illusie

06 mei 2011

De Mona Lisa als seculier icoon

Bron: wikipedia. Deze reproductie heeft niet zo'n overheersend groenzweem als de meeste andere plaatjes die Google laat zien (de Mona Lisa staat bekend om haar groenige verkleuring); mogelijk is er een lichte correctie toegepast - zelf heb ik de helderheid iets vergroot.

Plotseling zag ik het - maar het is vast al eerder[1] opgemerkt in ongeveer deze termen -: Leonardo's Mona Lisa is een afbeelding van de incarnatie (afdaling, avatar) van het goddelijke of geestelijke in de mens. Het is een werelds icoon. De eerste en misschien wel enige niet godsdienstige beeltenis die zo volmaakt eenzelfde mysterieuze bezieling belichaamt als de grote iconen van het Oosters-orthodoxe christendom. 'Icoon' komt van het Oudgriekse εικών, wat 'afbeelding' betekent[2]. De Mona Lisa, met haar ruimtelijkheid en letterlijke uitzicht op de aarde, toont ons, niet minder dan de tweedimensionale, van aardse realiteit gespeende religieuze iconen, een 'indalen' dat tegelijk een 'oprijzen' is van geest in, of uit, of zelfs van materie. Wat juist mede wordt bereikt door de zeer onorthodoxe dieptewerking, versterkt door het sfumato van over elkaar aangebrachte, deels transparante, onzichtbaar geworden en toch substantiële laagjes verf[3].

Met deze duiding is prima verenigbaar:

- Dat naast de gestalte van de vrouw en een slingerende weg in de voorstelling een brug het enige afgetekende element is. Dat past immers prachtig bij het 'oversteken'[4] van God naar de mens (en vice versa) of wereldser: het zich verbinden van geest en vlees.
In mijn optiek kan je de linkerzoom van de mantel van de vrouw als een schimmige hand en onderarm zien die via haar borst tevoorschijn komt uit een plaats die zij met haar over elkaar gevleide handen aanduidt en verborgen houdt - haar buik en schoot. Waarbij de als het ware wordende hand vloeiend overgaat in de iets geronde beweging van de brug; wat mogelijk een zinspeling op het procédé van de incarnatie is: de zwangerschap en daaraan voorafgaand de eisprong - het onopvallende boogje dwars op of onder de weg net naast de rechterschouder van de vrouw? -, de gemeenschap, en de conceptie, innesteling, groei en geboorte. De moeder als brug waarlangs de incarnerende ziel ter wereld komt (naar verluidt bestelde de echtgenoot van de geportretteerde het schilderij ter viering van de geboorte van hun tweede zoon), maar tegelijkertijd als voedingsbodem en manifestatie van de geheimzinnige vleeswording.
De auteur van de bespreking in de wikipedia benadrukt terecht de elkaar complementerende tijdloze harmonie van de menselijke gestalte en die van het landschap op de achtergrond: 'The enigmatic woman is portrayed seated in what appears to be an open loggia with dark pillar bases on either side. [...] The sensuous curves of the woman's hair [,veil] and clothing, created through sfumato, are echoed in the undulating imaginary valleys and rivers behind her. [...] The sense of overall harmony achieved in the painting - especially apparent in the sitter's faint smile - reflects the idea of a link connecting humanity and nature'. Het kan goed zijn dat Leonardo God en natuur als een en hetzelfde zag[4b].

- Dat het schilderij uiteindelijk een van de symbolen van de Renaissance is geworden, de grote wedergeboorte van de 'goddelijke' mens in klassieke zin.

- De interpretatie van Leonardo's Johannes de Doper als een zelfportret.

- De kijk van Peter Sloterdijk op de Mona Lisa in zijn Sferen-trilogie (deel I, hoofdstuk 2): 'Alleen de gezichten van de Boeddha en van de glimlachende engelen van de gothiek zijn erin geslaagd aan de slavernij van de veelbetekenendheid te ontkomen. Hun aanschouwelijke verschijning drukt de faciale openheid als zodanig uit. Wie zou willen ontkennen dat de charme van de Mona Lisa voornamelijk hierin bestaat dat ze een gezicht mag laten zien dat zich op de meest geheimzinnige en meest subversieve manier heeft onttrokken aan de noodzaak om betekenis in plaats van vreugde uit te drukken?
[...] De in verzonkenheid afgebeelde Boeddha heeft [...] de gezichten van [minstens zestig generaties] monniken en mediterenden van alle standen betoverd [...]. Het is de meest sublieme verbeelding van de ontologische paradox van de wereldverzaking die openstaat voor de wereld. [...] Hoewel het doorgaans als stil gezicht wordt weergegeven, bevat het voor iedere beschouwer een intieme belofte van resonantie, omdat het in zijn levendige, actieve rust het gezicht van medelijden en medevreugde toont. [...] Het glimlacht zonder het gebaar van de glimlach te maken.'
(Vertaling: Hans Driessen)

- De uitleg van het schilderij door Harry Mulisch in De compositie van de wereld (hoofdstuk VI): '[...] Adam was geschapen naar Gods aangezicht, waarmee dan ook God [...] androgyn [wordt] [...]. En in elk geval is de Mona Lisa geschapen naar dat van Leonardo: dat wezen is niet de vrouw of een man, maar de mens. [...] Ieder kunstwerk is een transcendent corpus en als zodanig 'octaaf' met het lichaam [...] dat ontstaat als vrucht van de seksuele eenwording [...]; en het kunstgenot is 'octaaf' met die lust. Bij de Mona Lisa is dit niet alleen eveneens het geval, maar precies dit is wat het schilderij bovendien uitbeeldt [...]. Daarmee is de Mona Lisa het schilderij der schilderijen, - niet het portret van een onbekende dame, maar van alle schilderijen: het is 'het' schilderij. [...] Op dat schilderij zit de mens op aarde[5], en dat is alles. [...] Leonardo [...] schiep op deze manier de mens, die hij tot zijn dood in Frankrijk met zich meedroeg.'

Ook toepasselijk op de Mona Lisa[6] is deze beschouwing van Sloterdijk (ibid.) over interfacialiteit: 'Het vrouwelijke, met andere woorden opwekkende, bezielende, begroetende gezicht rust als het oorspronkelijke voorbewuste op de bodem van alle gezichten uitbeeldende processen. Van nature blijft het gezicht van Onze-Lieve-Vrouw[7] vanaf het begin meer in het verborgene dan dat van God [...]. Het eerste beminde gezicht, het aanvangsgezicht, dat het eerste goede nieuws was, en hoe vaak ook niet het enige, [...] [trotseert] als een overgeschilderd oerbeeld [...] de eeuwen onder bescherming van de miskenning - onzichtbaarder dan het versluierde [...].'

Noten

[1] Zie als tegenwicht tegen de onderhavige blognotitie deze aardige poging tot goed gedocumenteerde demystificatie (die naar mijn smaak toch op het werk afketst), waarin een vroege beschrijving door Leonardo's biograaf Giorgio Vasari wordt aangehaald, met als observaties onder meer: 'the carnation of the cheek does not appear to be painted, but truly of flesh and blood; he who looks earnestly at the pit of the throat cannot but believe that he sees the beating of the pulses' en 'in this portrait of Leonardo there is so pleasing an expression, and a smile so sweet, that while looking at it one thinks it rather divine than human'. De auteur merkt op - vergelijk de beschouwing van Sloterdijk hierboven! -: 'Vasari does not describe an enigmatic smile. Mona's expression is pleasing; her smile is divinely sweet, but it is not enigmatic. Smiles similar to Mona's appear in other Leonardo's paintings, on pre-classical Greek sculpture and on some of the sculptured angels on Gothic cathedrals' [cursivering door mij; K]. Om het zowel banaler als wonderlijker te maken: Vasari heeft het schilderij waarschijnlijk zelf nooit gezien, aldus deze auteur; de beschrijving van de biograaf voldoet gewoon aan de conventies van hoe je in die tijd een geslaagd portret beschreef. (Overigens lijkt me de auteur inconsistent waar hij Vasari's typering van de glimlach wél serieus lijkt te nemen.)
De opsomming in het artikel van nauwelijks met elkaar te rijmen, onmiskenbaar tijdgebonden, deels wilde of opportunistische interpretaties van de Mona Lisa door beschouwers - allemaal mannen - in de loop der eeuwen, is instructief en vermakelijk.

[2] Hier legt iemand uit: 'Er is een belangrijk bijbels aspect, waar de verering van de icoon op gegrond is. Talloze malen wordt het woord "eikoon" in de bijbel gebruikt. Te beginnen met: God schiep de mens naar Zijn beeld. De Griekse tekst heeft hier "eikoon" en zo gaat het de hele bijbel door over "eikoon". Christus is de "eikoon" van God de Vader en, een heel nieuwe maar toch heel bijbelse boodschap: de mens is de "eikoon" van God! Dat staat zo in de brieven van Paulus. Daarom worden ook de gelovigen in de orthodoxe kerk bewierookt, vanwege de "eikoon" die ze zijn.'
Aangezien God volgens het woord in Genesis de mens schiep naar zijn eigen gelijkenis, dus 'zichzelf afbeeldde', is de Mona Lisa, opgevat als icoon van de incarnatie (een pleonasme): het beeld van de schepping, de afbeelding van de (oer)afbeelding (en in zekere zin de Afbeelding zelf); en daardoor tevens, met het woord van Harry Mulisch in De compositie van de wereld (hoofdstuk VI): het schilderij der schilderijen.
Toevoeging januari 2012: Peter Sloterdijk stelt in Sferen (Deel II) dat incarnatie en transcendentie de keerzijden zijn van één relatie - die Harry Mulisch wellicht zou typeren als het verband tussen entiteiten (zoals 'lichaam' en 'kunstwerk' in het citaat hierboven, ik denk ook aan 'afgebeelde' en 'afbeelding') die hetzelfde zijn én niet hetzelfde; wat ik in een blognotitie het gebeuren van de overeenkomst heb genoemd. De specifieke relatie tussen 'lichaam' en 'kunstwerk' brengt Mulisch in verband met de 'vrucht van seksuele eenwording'; dit doet me denken aan hoe Sloterdijk in Sferen (hoofdstuk 5 van Deel II) beschrijft hoe toonaangevende neoplatonisten en scholastici de schepping van de wereld als 'emanatie' van God zagen en dachten: 'Bij de lichtspelen van de pulserende God [i.e. Gods emanatie en reflectie in zichzelf; K] horen dus twee uitbundigheden, twee orgasmen [...]. De reden van dit onmetelijke dubbele verlangen is de symmetrie tussen voortbrengen en kennen, die zich tot elkaar verhouden als uitzending en terugkeer [...]; denk ook aan φύσις als process of shining-forth en aletheia bij Martin Heidegger.

[3] Het gestelde in de eerste alinea is bij me opgekomen na een geanimeerd gesprek met mijn vriendin gistermiddag, waarin zij enthousiasmerend vertelde wat haar zo had getroffen en geïnspireerd toen ze de Mona Lisa de eerste keer zag (in het Louvre); zij benadrukte dat de dieptewerking van het schilderij - die haar deed denken aan het heldere water van een beek of vijver, waardoor de kiezelstenen op de bodem 'tegelijk veraf en dichtbij'
geheimzinnig zichtbaar zijn[*] - op geen enkele foto van het doek bewaard blijft, dus alleen aan het licht[**] treedt bij de directe waarneming ervan (en zich openbaart ondanks dat het schilderij achter glas hangt).
[*] Een dergelijke sensitief besef heb ik verwoord in mijn gedicht Schepping.

[**] Terzijde: het landschap dat ons wordt voorgetoverd lijkt qua kleurstelling opgebouwd uit drie horizontale banen in (van onder naar boven) gedempte tinten rood, groen/geel en blauw - min of meer primaire kleuren; met boven de horizon: wit - de ongebroken, alle kleuren bevattende, 'goddelijke' kleur, die de aardse kleuren voortbrengt bij zijn 'materialisatie'. (Met enige goede wil kan je onder het roodachtige gebied zelfs magenta ontwaren, en ultramarijn en paarsblauw als bovenste blauwige zones; en er zo een zinspeling op de regenboog in zien.) Ook dit is mogelijk een verwijzing naar het incarnatie-motief.
Het zowel hemelse als ijzige wit bevindt zich ter hoogte van de ogen van de vrouw, haar medemenselijkheid krijgt zo iets 'vorstelijks'; haar boezem is gesitueerd in de roodachtige zone. De drie genoemde tinten komen terug in haar gestalte (huid, mantel en mouwstukken).
[4] Denk ook aan de Boeddhistische Hartsoetra, die eindigt met de mantra: Gate gate paragate parasamgate bodhi svaha! ('Gegaan, gegaan, de hele weg gegaan, iedereen is naar de andere oever gegaan, ontwaakt, halleluja!'). Naar mijn gevoel heeft de brug op de Mona Lisa mede een betekenis in een dergelijke geest, of tenminste als uitdrukking van het 'verkeer' tussen God en mens; naast de symbolisering van de vereniging der geslachten (op te vatten als androgynie of als seksuele gemeenschap), waar Harry Mulisch (ibid. noot [2]) op wijst. En mogelijk betreft het ook concreet de brug tussen Oost en West. De Engelse auteur Walter Pater schrijft in zijn invloedrijke boek The Renaissance (1873) dat de vrouw van de Mona Lisa 'trafficked for strange webs with eastern merchants'. De geportretteerde is volgens de meeste kunsthistorici Lisa Gherardini, de echtgenote van de zijdehandelaar Francesco del Giocondo - zeg maar Frans de Vrolijke, wat volgens sommigen de bijnaam annex woordspeling La Gioconda, (vrouwe) De Vrolijke, voor het werk verklaart. Als het noorden van het afgebeelde landschap bovenaan is gesitueerd, met zijn ijzige bergpartijen, klopt de oriëntatie van de brug als symbool van de zijderoute naar het verre Oosten (buiten het zichtbare panorama). Waarbij logisch is dat de brug raakt aan de kledij van de vrouw van de stoffenkoopman. Dit als nuchtere lezing van de beeldtaal in plaats van of naast mijn speculaties in deze noot en in de hoofdtekst hierboven.
Overigens staat geenszins vast dat de afgebeelde vrouw Lisa Gherardini is. Zo wordt haar sluier behalve als teken van eerbaarheid, vanwege de kleur zwart ook wel gezien als - vaak door weduwen gedragen - teken van rouw, wat slecht past bij een portret ter gelegenheid van een geboorte. En is het een raadsel waarom het schilderij zijn vermeende opdrachtgever nooit heeft bereikt.
De jongste wilde hypothese is overigens van februari jongstleden: de kunsthistoricus Silvano Vinceti meent in de ogen van Lisa de letters 'L' (voor Leonardo) en 'S' (voor Salai, zijn minnaar) te ontwaren en stelt dat de laatste model heeft gestaan voor het werk, net als voor het doek Johannes de Doper; deskundigen van het Louvre achten dit een zoveelste staaltje van 'over-interpretatie'. Vinceti gaat zelfs zover het stoffelijk overschot van Lisa Gherardini op te graven om haar schedel te kunnen vergelijken met het gelaat op het doek.

[4b] Een bespreker van de Leonardo-biografie door
Charles Nicholl vermeldt: '[Leonardo] wrote himself lists of topics for study, topics that vary from the minute to the tremendous (“Describe the beginning of man, and what causes it within the womb”).' En: 'To Leonardo, who believed that the soul could be located exactly at the mid-point of the skull, the material and the mundane were the things that mattered and that, indirectly, gave access to the sublime.'
Het centrum van de schedel van 'Mona Lisa', ergens achter haar ogen, ligt overigens iets boven wat de horizon lijkt te zijn; nu wil het geval dat het verdwijnpunt of in dit geval liever 'verschijnpunt'[#] van de voorstelling - afgaande op het snijpunt van de denkbeeldige lijnen getrokken langs de binnenkanten van de pilaarvoetjes, het enige houvast dat het tafereel terzake biedt - eveneens iets hoger ligt dan waar de einder lijkt te lopen, namelijk ongeveer op haar ooghoogte of nog een paar centimeter hoger, 'op' haar voorhoofd. Dat zou een perspectivische onjuistheid zijn, maar: a. die zijkantjes hoeven natuurlijk niet 'loodrecht op de horizon' te staan, het kan een vertekening in de foto-opname van het doek zijn, of misschien is er bij een restauratie iets vervormd; en b. de eigenlijke horizon van het panorama ligt, gezien de kolossale rotspartijen op de achtergrond, wellicht hoger dan de horizontale contour die op het eerste gezicht de einder suggereert - maar de wolken aan de rechterkant hangen dan wel raar laag (zie ook noot [5]). Aanvulling juli 2018: wat ik voor wolken aanzag, is hoogstwaarschijnlijk een deel van het gebergte waar licht op valt. Merk op dat zonder deze oplichtende partij het schilderij een stuk minder mooi zou zijn; zij correspondeert mijns inziens met het huidvlak tussen de boezem en de nek van de vrouw (en beide elementen gaan naar beneden over in donkere tonen). Einde aanvulling.

[#] Harry Mulisch gebruikt in De ontdekking van de hemel het woord 'verschijnpunt' in verband met de geniale maar 'verboden' ingeving van Max Delius omtrent de plaats van het begin of de oorsprong van het heelal in verband met de snaartheorie, de muziek en de vrouw.
[5] Wat sommigen (onder wie Dan Brown van The Da Vinci Code) voor een opzettelijke of juist 'knullige' scheve horizon houden - afgaand op de rechterzijde van het landschap - zou een bewust door Leonardo gesuggereerde kromming kunnen zijn, ter symbolisering van de bolvormigheid van de aarde; dat het doek in de loop der tijd een tikje scheef in de lijst is komen te liggen, is onwaarschijnlijk omdat de rand van de balustrade achter de vrouw aan weerszijden exact even hoog is en haar ogen eveneens nauwkeurig op een horizontale lijn staan. Maar het kan natuurlijk ook een artefact betreffen dat bij een of andere restauratie is ontstaan.
Een andere mogelijke zienswijze is dat de eigenlijke horizon van het panorama schuil gaat achter bergen en - dan aan de rechterkant wel vreemd laaghangende - wolken, dus wat hoger ligt dan de horizontale elementen die zichtbaar zijn (zie ook noot [4b]).
[6] Misschien vergezocht, mogelijk ook niet (ik checkte dit pas nadat ik het zelf had gezien): een anagram van mona lisa is: sol anima - Latijns voor 'zon' en 'geest'
met vrouwelijke uitgang '-a', in de alchemie staande voor mannelijk respectievelijk vrouwelijk principe, waarbij het mysterium coniunctionis - het 'huwelijk' van het mannelijke (zon, zwavel) en het vrouwelijke element (maan, kwikzilver) - de steen der wijzen oplevert, die vaak als androgyn werd afgebeeld. Mede vandaar wellicht Jungs interpretatie van de afgebeelde vrouw als de anima van Leonardo. Andere combinaties zijn: sola[mente] mani - wat je kunt lezen als afkorting van 'alleen (met de) handen', verwijzend zowel naar het wonder dat een mens dit beeld met zijn handen heeft kunnen maken, als naar de 'goddelijke hand' die de Schepper heeft in het geschapene. En verder so animal[e] - hetgeen misschien te lezen valt als steno voor: 'ik (ben een) dier'. Wat dan precies, ironisch op formule gebracht, de clou van het werk zou zijn, verhaspeld in de titel en voor de grap in plat of krom Italiaans[***] - en wat verder de bekende persiflage van Duchamp (zie plaatje hierboven, 'L.H.O.O.Q.' is een 'afkorting' voor 'Elle a chaud au cul') onbehoorlijk to the point zou maken[****].
[***] Dit zou men, net als mijn speculatie over 'sola mani' aan een Italiaan moeten voorleggen; ik heb me beholpen met een online-woordenboekje, dat als betekenis van 'so' geeft: 'ik', bijvoorbeeld in 'so anche' - 'ik (weet het) ook'. Ik opper een en ander alleen voor de gein, niet omdat ik het overtuigend vind. (Nog méér vergezocht is dat 'mani' zou kunnen verwijzen naar de profeet Mani of naar de boeddhistische mani, onder meer genoemd in de mantra 'Om mani padme hum'.)
Toevoeging 12 mei 2011 n.a.v. een lezersreactie op deze blognotitie: De aanspreektitel 'Monna Lisa' is waarschijnlijk het eerst gebruikt door Leonardo's biograaf Vasari (zie noot [1] hierboven), enkele tientallen jaren na de dood van de schilder, ter aanduiding van de geportretteerde, Lisa Gherardini: men raadplege dit essay van Charles Nicholl. Dit sluit niet uit, maar maakt het er ook niet waarschijnlijker op dat Leonardo zelf gespeeld zou hebben met de naam Mona Lisa (met één 'n'). Temeer omdat in de nalatenschap van Leonardo's metgezel Salai sprake is van een schilderij dat La Gioconda wordt genoemd of nauwkeuriger: La Honda. Nicholl merkt daarover op: 'A small documentary curiosity which has not been commented on: in the original imbreviatura listing Salai's goods, the painting is not in fact referred to as 'La Joconda', but as 'La Honda'. Discarding the supernumerary Latin 'h', one arrives at the curious idea that the clerk who wrote this list thought the painting was called La Onda, or 'The Wave'. In a strictly chronological sense this is the painting's first known title.'
Voor esotherisch angehauchten zal het een welkom feit zijn dat de eerste betiteling van het werk, zij het bijna zeker door een fout van een administrator, nog het meest op De Golf lijkt; Harry Mulisch in Egyptisch: 'Jij bestaat omdat je niet bestaat / Uit jezelf, maar voortdurend gevuld met ander water / Ben jij die golf.'

[****] Zoals bekend is er veel gespeculeerd over sporen van de alchemie in het werk van Duchamp, zie bijvoorbeeld Maurizio Calvesi, Duchamp Invisibile: La Costruzione del Simbolo (Rome, 1975), Jack Burnham, Great Western Salt Works (New York, 1974) en Arturo Schwarz, The Complete Works of Marcel Duchamp (New York, 1969/1995), onder meer inzake zijn meesterwerk La Mariée mise à Nu par ses Célibataires, même - waarover dit curieuze artikel van een Jungiaanse psychotherapeut.
[7] Mona is de afkorting voor madonna (wat weer een samentrekking is van ma donna). Zowel door deze betiteling, als door de invloed[*****] van de vele schilderkunstige uitbeeldingen van de Madonna-bij-uitstek op de aanpak van Leonardo, is de Mona Lisa sowieso semantisch en historisch beschouwd verbonden met het vrouwelijke religieuze icoon. (Dat de afgebeelde vrouw christelijk is, laat de schilder misschien subtiel blijken uit de kruisen in het borduursel op de bovenrand van de jurk die haar boezem bedekt.)
Daarnaast staat vast dat Europa's grootste seculiere kruisridder, Napoleon, zijn slaapkamer jarenlang opluisterde met de Mona Lisa, als kennelijk aanbiddelijke droomvrouw of beschermengel.

[*****] Wikipedia: 'Leonardo referred to a seemingly simple formula for seated female figure: the images of seated Madonna, which were widespread at the time. [...] The armrest of the chair functions as a dividing element between Mona Lisa and the viewer.'
Zie ook m'n blognotities:
Avatars en iconen
Theologische speculaties
Drie-eenheid en man-vrouwverhouding

En als wilde zijsprongen:
Snaartheoretische fantasie
Art-brutgedachten over 'do'
Vormt biologie de sleutel tot begrip van het heelal?

En:

'Mona Lisa is geen portret'
ANP / De volkskrant, 14 oktober 2011

Later toegevoegd:

Original Portrait of the Mona Lisa Found Beneath the Paint Layers of da Vinci’s Masterpiece[?]
Door Dan Colman, Open Culture, 8 december 2015

[...] Using an innovative imaging technique,[French scientist Pasca] Cotte has managed to probe the paint layers beneath the surface of da Vinci’s sixteenth-century masterpiece. And, lo and behold, he’s found hidden paintings, including what he believes is an original, "real" portrait of Lisa del Giocondo (the subject of da Vinci’s painting).

04 mei 2011

Polderadvaita


Still uit opname gesprek Patrick Kicken (links) en Paul Smit. Klik erop om de video te bekijken op Youtube. De filmopname is van Ismaël Lotz.

Een vriend maakte me laatst attent op een kroegtafelgesprek tussen twee Nederlandse 'advaita-jongens', Veronica-DJ Patrick Kicken en cabaretier annex bedrijfstrainer Paul Smit (waar een kennis hem weer op had gewezen onder vermelding van de steekwoorden 'advaita-jongens' en 'non-dualiteit').

Na het zien van de video, mailde ik hem:

'Inderdaad is de advaita-leer een vorm van Hindoeïsme. Atman (ik/zelf) ben Brahman (heelal/wereldziel) - dat werk. Ook bekend van het Tat svam asi: 'Gij zijt dat'. Een aardige korte introductie staat hier. Het zelf als autonome entiteit - waarbij autonomie verantwoordelijkheid impliceert en authenticiteit mogelijk maakt - wordt beschouwd als een illusie. De veronderstelde 'non-dualiteit' houdt zelfs in - ondanks ingewikkelde redeneringen over kennis en waarheid - dat het verschil tussen 'waar' (werkelijk)[1] en 'onwaar' (illusoir), 'goed' en 'slecht' en andere tegenpolen, au fond onwezenlijk is, omdat alles één bewustzijn of geestesvorm is. Waarbij dat 'au fond' - of 'eigenlijk', of 'welbeschouwd' enzovoorts - het problematische punt is; want wat kan dat anders betekenen dan iets als 'in werkelijkheid' en hoe ontkom je aan een gigantische tegenstrijdigheid, of een vorm van wartaal, als je beweert: 'in werkelijkheid is er geen verschil tussen werkelijkheid en illusie'? (Anders benaderd: wie niet heeft begrepen wat het wezenlijke, eigenlijke, verschil is tussen een illusie en iets werkelijks - bijvoorbeeld tussen een fata morgana van een oase en een oase, een baby en een voor een baby gehouden, levensechte pop - weet niet eens wat hij zegt als hij beweert dat er eigenlijk geen verschil is tussen 'illusie' en 'werkelijkheid', want hij weet dan niet wat de woorden 'illusie' en 'werkelijkheid' betekenen.)

Uiteraard een geweldig aantrekkelijke zienswijze voor graaiende bankiers, olifantenjagers, serieverkrachters, consumptiedieren, fantasten et cetera; en niet te vergeten de op rozen zittende leden van de hogere kasten in India. (Het valt op dat PK en PS meerdere keren, bijna als 'spiritueel stopwoordje', de frase 'en daar is ook niks mis mee' bezigen). Maar in zoverre dergelijke lieden er kwalijk gedrag mee goedpraten, hebben zij het - zal menig advaita-jongen geheid stellen - toch niet helemaal goed begrepen. Wat dan echter moet betekenen, dat er wel degelijk goede/ware en slechte/onware interpretaties van de advaita-leer bestaan, of anders gezegd, dat er een belangrijk verschil is tussen wat de advaita-leer echt behelst en wat hij schijnbaar inhoudt - opnieuw een grote tegenstrijdigheid...[2]

De beelden van het gesprek geven mij overwegend het idee, dat hier twee mensen niet oneloquent reproduceren - zich origineel uitdrukkend of juist nogal wezenloos, als filosofische slaapwandelaars die dromen & zeggen dat ze klaarwakker zijn, dat laat ik in het midden - wat zij aan teksten van deze en gene tot zich hebben genomen (wat ik zelf trouwens ook vaak genoeg doe). Maken die teksten de geest vrij, of vormen ze een nieuwe conditionering?

Dat is overigens een vraag die P. en ik de laatste tijd nogal vaak linksom of rechtsom aan de orde stellen. Hij is - na het lezen van een sloot boeken over zen - nu nogal geporteerd van de 'antigoeroe' U.G. Krishnamurti (niet te verwarren met de meer bekende Jiddu Krishnamurti). Antigoeroe in die zin, dat de man het geloof in welke levensbeschouwing dan ook bespot, wat hem trouwens niet verhindert te klinken als een aardig autoritaire betweter (met slechts een zweem van humor). Een radicale skepticus van Indiase snit. Die zelfs zover gaat zichzelf regelmatig frontaal tegen te spreken en daar ook voor uit te komen - zonder enige verklaring of excuus te geven voor de gedebiteerde ongerijmdheden. En die met uitspraken in de trant van 'Luister niet naar mij!' de toehoorder in een onmogelijke positie brengt, want zou hij dit gebod gehoorzamen, dan zou hij er niet naar luisteren, en als hij er geen gehoor aan geeft, is hij juist doorgegaan met luisteren.

Het probleem van de radicale skepticus is zoals bekend, dat wie stelt dat je niets (zeker) kunt weten, zal moeten toegeven dat je ook dát niet (zeker) kunt weten. Dus als hij gelijk heeft, heeft hij mogelijk ongelijk precies krachtens zijn eigen gelijk - een knots van een paradox.

Daarom heeft de lucide Multatuli het dan maar zó geformuleerd:
'Misschien is niets geheel waar, en zelfs dàt niet.'
[Ideeën I, nr. 1]

Persoonlijk vind ik dat een meer intelligent en wakkerder uitgangspunt dan het denkbeeld dat alles een illusie is, wat de advaita-jongens min of meer heilig lijken te geloven.'

Toch een leuk gesprek, hoor.

Noten

[1] Later toegevoegd: zeker Paul Smit lijkt op die lijn te zitten, want hij betoogt dat bijvoorbeeld alle ideeën die je hebt over de kantine waarin je zit te praten en over de eigenschappen van jezelf en je gesprekspartner "niet waar" zijn.
Zoals hierboven aangegeven is het in veel oude teksten ingewikkelder; er is daarin meestal wel sprake van handhaving van het begrip "waarheid", voor zover ik weet, zij het in een nogal ongrijpbare zin - zie ook de wikipedia: "Truth, non-violence, service of others, pity, are Dharma, and lies, violence, cheating, selfishness, greed, are adharma (sin). However, no authoritative definition of Dharma was ever formulated by any of the major exponents of Advaita Vedanta."
De wikipedia heeft ook een lemma over non-dualiteit, in het bijzonder de leer van de "twee waarheden" van Boeddha - die echter in tegenstelling tot het uitgangspunt van de advaita niet het bestaan van het zelf (atman, in wezen identiek met brahman) aannam, noch, meen ik, stelde dat het zelf niet bestaat.

[2*] De wikipedia stelt: 'Unlike ontological and epistemological claims, there is room for significant disagreement between Advaitins on ethical issues.'
Van de ene kant zou het besef dat jij mede de ander en het andere bent, een sterke motivatie kunnen zijn om recht te doen aan de min of meer universele ethische intuïtie: 'behandel de ander zoals je zou willen dat de ander jou zou behandelen'; van de andere kant voert het tot de patstelling, dat je iemand die immoreel handelt niet ondubbelzinnig zult veroordelen, omdat je Het (Brahman) immers eigenlijk zelf bent die daar - in de gedaante van de ander - de fout in gaat.
De narigheid die een ander jou aandoet, doe jij eigenlijk jezelf aan. Dat deels van levenswijsheid getuigende (namelijk in zoverre een mens door de eigen houding goede of juist slechte eigenschappen van een ander kan activeren), maar indien verabsoluteerd verkeerde uitgangspunt vind je terug in veel oude Oosterse filosofieën en de Westerse klonen, tot op de dag van vandaag. Met 'slecht karma', 'negatief denken', 'verzet' of iets dergelijks als zogenaamd verklarend mechanisme. Het evangelie is daarbij vergeleken een morele stap vooruit. Wat betreft de advaita: ook de overtuigingen van de ander zijn in wezen tevens de jouwe, wat het bijzonder problematisch maakt het ene morele oordeel juister te achten dan het andere - dus waarom zou je dan de ander (of jezelf) proberen op andere gedachten of tot andere gedragingen te brengen of op een andere manier het denken en handelen van iemand anders of van jezelf willen of kunnen beïnvloeden op ethische gronden? Hoe kan jouw beoordeling van een daad meer terecht zijn dan die door een ander en vice versa? Niemand kan immers 'van God los' zijn! Elk moreel conflict, van ruzie tot oorlog, van boete tot tbs, is zo bezien op de keper beschouwd slechts een geharrewar zonder kwalijke en rechtvaardige intenties en daden; de ene partij is in wezen geen haar beter dan de andere. Een dubieuze visie, die overigens zoals we weten in het Westen in verschillende vormen is gehuldigd door Herakleitos, Hegel en vele anderen van naam en faam.
Twee aanhangers van de advaita die het op ethisch gebied fundamenteel met elkaar oneens zijn, moeten krachtens hun gedeelde kennisleer zelfs inzien dat ze au fond beiden de stellingen aanhangen van zowel de een als de ander, dus, mogelijkerwijs, dat elk van hen derhalve vindt dat handeling X zowel goed is als slecht. Dit soort verlegenheid vloeit noodzakelijk voort uit de kern van deze wereldbeschouwing, dunkt me, en kan alleen door 'scholastieke' hersenkronkels of wollig gepraat worden verhuld. Dat geldt onvermijdelijk eveneens eventuele verschillen van inzicht tussen aanhangers van de leer over de juiste epistemologische uitleg ervan; wel is de 'bandbreedte' daarvoor, zoals de wikipedia (zie hierboven) aangeeft, mogelijk kleiner - in zoverre de kentheorie pregnanter is geformuleerd dan de ethiek; dientengevolge zal wie de epistemologische of ontologische kernideeën aanvecht, zich de facto snel buiten de kring van adepten manoeuvreren, doordat men hem of haar niet meer serieus neemt qua begripsvorming of daadwerkelijk op afstand gaat houden.


Zie ook m'n blognotities:
Brahman & Maya (en godsdienstig seksisme)
Avatars en iconen
Kladgedachten bij Pirsigs Lila
Fernando Pessoa à la Boeddha
Het zijn en het niets, vorm en leegte
Leegte, 'er zijn', speelruimte en (on)vergankelijkheid
Het glinsterpad der dingen
Over het masker